Algemeen

Pavath-2

22-9-2010

Maandag jl. lees ik  in de krant dat 11 sportbonden waaronder  de hockeybond iets wil gaan doen aan de hufterigheid langs het veld en met name het gedrag van ouders. Het is een mooi initiatief, dat ook door ’t Spandersbosch gesteund moet worden.

Ik denk dat het een samenspel is van spe(e)l(st)ers, coaches, scheidsrechters en ouders. De teams en scheidsrechters  zijn belast met de wedstrijd, ouders om te genieten en aan te moedigen en het zou mooi zijn wanneer elke groep weet wat haar taken en haar verantwoordelijkheden zijn.

Algemeen kan gesteld worden dat regelkennis te wensen overlaat en dan druk ik mij zachtjes uit. Zowel bij veel spelers en coaches is spelregelkennis minimaal, maar bij ouders is het nog veel minder, veelal omdat zij zelf geen hockeyachtergrond hebben. Het is aan de clubs om de betrokkenen de basiskennis bij te brengen van de hockeyregels.

Daarbij is jeugdsport opleidend en staat de prestatie op het tweede plan. Kinderen moeten de techniek leren, de tactiek en ook het ‘presteren’ is een deel van de opleiding. Ik signaleer dat te veel mensen van kinderen te hoge prestaties vragen. Niet doen, de prestaties komen van zelf.

Dan kijken we naar de groepen apart.

De ouders zouden moeten weten wat hun bijdrage moet zijn langs het veld en dat is aanmoedigen, niets meer en niets minder. Je niet bemoeien met de wedstrijd, ook niet met het spel van de kinderen. Daar is een coach voor. Geen goedbedoelde aanwijzingen, niet de soms jonge scheidrechter proberen te beïnvloeden. Als ouder mag je je gewoon niet bemoeien met wat zich op het veld gebeurt. Dat is aan spelers, begeleiding en scheidsrechters. Dat wil niet zeggen dat ouders niet welkom zijn, integendeel, maar doe lekker normaal langs het veld en iedereen zal veel vrolijker zijn, vooral na de wedstrijd.

De coach moet dat voorafgaand aan het seizoen duidelijk maken: ‘ik coach en jullie moedigen aan, als we ons daar aan houden, komt het allemaal goed dit jaar’. Dat houdt ook in dat er op de bank geen ouders moeten zitten. De bank, de dug-out is bestemd voor het team. Dat wil zeggen, er staan 11 kinderen in het veld, maximaal 5 reserves en maximaal 4 begeleiding. Een ouder die niet begeleidt maar alleen maar rijdt, staat aan de ander kant van het hek. Het geeft alleen maar onrust als er te veel mensen op de bank zitten en nog erger: kinderen vinden het vreselijk als hun ouders zich er te veel mee bemoeien. Dat houdt ook in dat je binnen de hekken alleen bij de dug-out mag coachen. Wil je ook aan de andere kant een coach hebben, dan gebeurt dat buiten de hekken. Te vaak zie ik, ook op ’t Spandersbosch iemand coachen binnen de hekken, maar aan de andere kant dan waar de dug-out staat. Een deel van de opleiding is ook dat kinderen leren zich te gedragen binnen de lijnen en niet als verwende ettertjes de scheidsrechter aankijken met een blik: ‘van hoe durf je tegen mij te fluiten, weet je wel wie ik ben’. Een belangrijke taak voor de coaches en ook de ouders die hun kind na afloop van wedstrijd kunnen aanspreken op vermeend onsportief gedrag,

Tot slot kan de scheidsrechter erop toe zien, dat de bank niet overbezet is, dat iedereen op de bank zit en dat slechts 1 persoon zich staand buiten de dug-out mag begeven. Het zou niet nodig moeten zijn dat de scheidsrechter een soort boeman moet zijn, maar helaas vragen teams en hun ouders daar wel om. Verder zal de scheidsrechter zich van te voren moeten beseffen wat voor wedstrijd hij of zij fluit. MD7 is wat anders dan JA1. Is het een soort derby, waarbij de elftallen elkaar goed kennen en meer van dat soort zaken.

Helaas moet ik constateren dat het fluiten een onderbelicht item is binnen vele hockeyclubs, zowel op de zaterdag als de zondag. Hoe kleiner de club, hoe beter het meestal geregeld is.

En dan: wanneer kindlief een bal op zijn knietje heeft gekregen en pijntjes voelt, dan komen de ouders spontaan het veld op, want mijn kindje heeft pijn. ‘weg wezen met die ouders’ is mijn advies en devies. Coaches zijn aangesteld voor het wel en wee van de kinderen rond de wedstrijd. Daar hebben de ouders in toegestemd toen zij hun kinderen lid maakten van de sportclub en daarmee geven zij rond de wedstrijden en trainingen de verantwoordelijkheid uit handen.

Het zou mooi zijn  wanneer het bestuur van ’t Spandersbosch het voortouw neemt om ouders, coaches en scheidsrechters rond dit item goed te instrueren, zodat één ieder weet wat hem of haar te doen staat.

Als Vl1 spelen wij al jaren zonder ouders, en geven week in week uit het goede voorbeeld, zoals zondag op Naarden: 0-6. Zondag spektakel tegen Hurley. Alle ouders zijn welkom.

 

Pavath

 
 
 

Hoofdsponsors

 

Met dank aan onze sponsoren